Logboek

Noordzee virus: Op naar Terschelling

Het pinksterweekend is traditioneel de dag dat de wrakduikers richting Terschelling gaan. Ik heb op het werk al vast gezet dat ik de vrijdag voor het Pinksterweekend vrij moet hebben. Het lijkt er de gehele week niet gunstig uit te zien om richting Terschelling te gaan. Op woensdag weten we het definitief het gaat hem niet worden. Balen maar we willen het vrijdag toch nog even een duikje maken ondanks het windje 5/6 die voorspelt wordt.  We gaan ondanks die voorspelling uitvaren. We zijn allemaal ruim op tijd aanwezig

en op zee is het nog goed te doen, er staat wel een golfje maar we zijn inmiddels wel in geschommeld. Met het anker uitgooien, geeft Ernst aan dat de ankerlijn niet te ver moet uitstaan. Ik geef aan, ik gooi en luister naar jullie wanneer ik hem vast mag zetten. Dus nadat ik hem heb gegooid pakt Ernst direct het touw over en maakt hem vast en zegt, even kijken of we nog goed liggen ik voelde het anker van het wrak afvallen! Wij plagen hem direct met nou moeten we naar het wrak zwemmen. Tja we zijn diva's of we zijn het niet. We zijn van plan om twee wrakken achter elkaar te pakken dus krijgen we de restrictie van max 45 minuten.  Onderwater moeten we inderdaad een heel stuk zwemmen om bij het wrak te komen..... Hij lag er minstens een meter van het wrak af...

het zicht is redelijk en we vermaken ons best op het wrak en na 35 minuten maak ik braaf de opstijging. Aan de oppervlakte gekomen blijken de golven vlakker te zijn en dat is niet ongunstig. Vlak na mij komt Ernst ook naar boven en Leonard volgt ook spoedig en we gaan door naar het volgende wrak. Leonard houdt zijn uitrusting aan en geeft aan doe mij maar een watertje en een aperitiefje. Bij het volgende wrak werp ik ook het anker op het wrak en neem de lijn mee naar voren en ze roepen eigenlijk direct maak maar vast, Ernst heeft het niet meer aangedurfd bang dat hij hem er weer af zou trekken. Leonard is nu de eerste te water, ik volg hem gauw en Ernst sluit de rij.

Hier moeten we een heel stuk lijn uitzwemmen, phoe niet best en het wrak lag nu nog veeeeeeeeeeeeeeel verder van het anker..... wel bijna twee meter. We hebben hierdoor wel bijna twee bar verknoeid aan het zwemmen, vreselijk. Het is een interessant wrak waar het al redelijk stroomt en het zicht wisselt behoorlijk, als het zonnetje schijnt hebben we goed zicht en wanneer de zon achter de wolken is, is het zicht een stuk minder. We vermaken ons best en houden geen rekening met de kapitein op het schip.

Wanneer ik boven kom staat er nogal een golfje en we merken dat de wind al is toegenomen.

We pakken het spul in en varen terug en Coen zegt we zitten weer op het hobbelpaard. Wij met z'n allen dit is nog geen hobbelpaard dan moeten de golven nog hoger zijn. Bij de Helsdeuren moeten de ruitenwissers aan en de deur dicht omdat het water anders naar binnen spetterde. We zijn dus mooi op tijd weer in de haven.  Deze duiken pakken ze ons niet meer af. Het Noordzee virus heeft zijn duikjes weer gemaakt op naar de volgende duiken. Ben er helemaal klaar voor.

Gr. Richard

Via de NIOZ haven

2 juni,

Eerst even naar de overkant( Texel) NIOZ haven en dan naar het Westgat om naar buiten te gaan. Reinier appte mij s’avonds of wij nog gingen duiken want Texel voer niet. Ja melde ik, wij gaan. Ben om even over half acht bij je in de haven. Maar Reinier lag natuurlijk onder zijn Texels schapendekbed, even bellen, twee minuten ben ik er. De spullen aan boord en gas erop. We voeren met 15 knopen richting het Westgat, daar stond er wel een golfje maar prima te doen. Ernst, Richard en Reinier waren de duikers. Buiten gekomen eerst even over het wrak heen om daarna te ankeren, zag er redelijk uit, de bloei is er aardig uit. Ernst en Richard lagen er als eerste in daarna sprong Reinier overboord.

Na drie kwartier kwamen de mannen weer boven, ik trok de ankerlijn binnen en startte daarna de motor om naar het volgende wrak te varen. Dat was niet ver, anker ging er gelijk weer in en de mannen erachter aan.

Ook deze keer bleven zij 40 a 50 minuten onder. Nadat alles weer aan boord was en de grote verhalen verstomde stuurde ik de boot weer door het Westgat richting de NIOZ haven om daar Reinier weer af te zetten. Het ontvangst comité bestond uit Teunis v/d Bor.

Coen van de Mac.O

Noordzee virus: The Northseadivers diva's en de Marinier.

Het paasweekend ziet er uitstekend uit om te gaan wrakduiken. We maken al plannen om te gaan duiken op de zaterdag en de zondag. Ernst zit wel in de nachtdienst, dus Coen vraagt op welke tijd hij kan. Ik kan het niet laten en antwoord tussen 10:00 en 15:00 dan ben ik mooi voor het eten weer terug. Een grapje natuurlijk. Ondertussen op mijn familie app, maar even vragen wanneer het eieren zoeken ook alweer was, met de opmerking dat ik de zaterdag en de zondag aan het wrakduiken ben. Het was dus wel op de zondag dus dit ga ik missen! Het vertrek voor de zaterdag werd vastgesteld op 7:30 een mooie tijd dus ik vertrek even voor 6:00 van huis. Ik zie mooi de zon omhoogkomen uit het IJsselmeer en denk yess we gaan weer duiken! Bij de boot aan gekomen zie ik Coen alweer druk aan het poetsen, de grapjassen hadden de steigers waar de boten aanliggen schoongespoten. De boten zijn niet ontzien en zitten onder de troep! Ja en wij komen natuurlijk niet aan boord van een smerig schip. Nadat Coen een beetje is afgekoeld zegt hij, het zicht kan wel tegenvallen. Dit hebben ze al gehoord van de Vissers. Bij het vertrek staat de sluis al voor ons klaar daarna pikken we Jeroen nog even op en gaan we op weg naar het vlakke zeetje. Bij ons eerste wrak aangekomen zien we hoe slecht het zicht daadwerkelijk is. Na een meetlint te laten zakken zagen we na 30 cm al niets meer. We maken toch even een scan en gaan daarna door na het volgende wrak wat verder naar buiten, ook hier is het zicht niet beter. Dus besluiten we te gaan scannen en na een aantal mooie plaatjes te hebben gemaakt wil Jeroen toch bij een wrak te duiken.

Het zicht lijkt hier ook ietsjes beter misschien wel 0,5mtr. zicht.

Ik besluit af te wachten en ook Ernst heeft geen behoefte om te water te gaan. We willen toch wel minimaal onze uiteinde van de flippers zien! Ondertussen is Jeroen te water gegaan en we zien hem over het wrakveld zwemmen en na bijna een kwartier krijgt Ernst toch wel spijt dat hij niet te water is gegaan.

Na ruim een twintig minuten komt ook Jeroen weer boven.

Het eerste wat wij vragen hoe is het zicht? Het blijkt dat we toch een verdraaid goede keuze hebben gemaakt. De uiteinde van de vinnen waren absoluut niet te zien volgens Jeroen en hij had ook alleen maar het wrak gevoeld. Jeroen plaagt ons dat we ons als verwende verwaande diva's gedragen, hij heeft wel een beetje gelijk natuurlijk als je met zo'n vlakke zee niet te water gaat.

Omdat het duiken toch niks is gaan we nog even door met scannen. Het levert ons weer veel info op, we krijgen het nog druk als we al deze punten allemaal willen onderzoeken. Na het scannen sturen we weer aan op Den Helder.

In de haven komen we nog een redelijk nieuw schip tegen die gebouwd is door de scheepswerf van de SS Nordlyset namelijk de Flensburger schiffbau.  

Mijn Noordzeevirus heb ik deze keer niet zijn zin gegeven, omdat ik al veel te verwend ben met goed zicht. Hopelijk knapt het zicht gauw op. We staan al te popelen om weer onderzoek te gaan doen!

Groetjes Richard

Zaterdag 25-5-2019.

Een chocolade duik.

Het is nog vroeg in het seizoen maar het is de tweede maal dat we uitvaren, de eerste keer was het nog niet best. Maar het zag er voor het weekend redelijk uit. Weinig wind was er voorspeld, maar toen we uitvoeren was het achter Noorderhaaks aardig wit. De golven braken op de ondieptes. Via het Westgat naar buiten, toen we daar eenmaal doorheen waren viel het ondanks de hoge deining best wel mee. Alleen hadden we alle drie zoiets van dit moet niet de hele dag duren want dan gaat er zeker iemand over de muur. Het zicht leek mee te vallen. Om 11.10 uur ging de eerste overboord

gevolgd door nummer twee om 11.15 uur.

Ikzelf ben lekker in het windje gaan zitten om wat bij te komen, met deze golven met je apparatuur spelen is geen succes, dan krijg je het wat benauwd zeg maar. Een jonge zeehond kwam even een paar keer gedag zeggen en dook in de bellenbaan naar beneden.

Dus ik dacht die duikers krijgen visite, een paar maal kwam de zeehond verder weer boven om aan de oppervlakte weer naar de bellen te zwemmen om daar hetzelfde truckje te herhalen. Maar toen de mannen na drie kwartier boven kwamen hadden ze niets gezien wat op een zeehond leek.

Wel hadden ze een stoomschip gezien, tenminste eentje. De ander kon er nog geen chocolade van maken. Na de duik nog wat posities onderzocht met de sidescan, en dat was ook weer succesvol.

Daarna via het Molengat naar het Malzwin om wat nieuwe apparatuur te testen, dat verliep niet helemaal lekker.

Waarschijnlijk zat er een stekker los of een instelling verkeerd, maar het komt goed. Alleen wordt het wat vol in de hut.

Coen van de Mac.O

 

De identificatie van de SS Nordlyset

Op een mooie nazomers oktoberdag vertrokken wij (Joost Verkerke en Miranda Schagen) met een afgeladen busje vanuit Zierikzee naar Den Helder. Een rit van dik 2 uur voor één duikje op de Noordzee. Coen Onstwedder van Northseadivers had ons al ingefluisterd dat het een ondiep duikje zou worden met doodtij en dat we dus lekker lang konden duiken. Verder wilde Coen weinig zeggen over de geplande duik waardoor Joost de indruk had dat het iets bijzonders zou zijn. Ruim voor de afgesproken tijd kwamen wij aan bij haven waar Richard Kooistra al aanwezig was. Alvast even gezellig babbelen en de duikspullen gereed maken zodat deze direct de boot in kunnen als de kapitein er is. Coen Onstwedder (de Kapitein van de MAC.O) en Peter Vet kwamen kort daarop ook aan, de boot werd voorbereid, volgeladen en verderop zouden wij onze laatste duikbuddy voor deze duik ophalen:  Jeroen Lemmen. Ondertussen had Coen al contact gelegd met de sluis zodat we daar niet lang op hoefden te wachten. We pikte Jeroen op bij de KNRM steiger en voeren via het Molengat richting de Noordzee.

Hoe het project tot stand kwam

Onderweg vertelde Coen dat zij met een groepje duikers bezig zijn met de NAS 2 opleiding. Dit is een opleiding  van de Engelse organisatie Nautical Archaeology Society.

Het team waarmee de opleiding wordt gedaan bestaat uit 5 personen behorende bij de Northseadivers:  Ernst Jongejan, Leonard Smiet, Richard Kooistra, Erik Bronsveld en Coen Onstwedder. De basisopleiding, de NAS1, hadden zij in 2017 afgerond en dit was zo goed bevallen dat zij verder wilden met de NAS2. Waarbij je tijdens de NAS1 (basiscursus) nog volop begeleidt wordt moet je voor de NAS2 alles zoveel mogelijk zelfstandig doen. Je moet een plan van aanpak schrijven en als deze is goedgekeurd door de rijksdienst mag je pas verder met het project. De eerste keus  van  het team van Northseadivers viel op een interessant houten wrak. Helaas verdween dit wrak

weer onder het zand waardoor de 2e keus viel op het wrak wat op de kaart aangeduid stond als zijnde de Mary Emma. Hier waren echter twijfels over en dus een geschikte keus voor de NAS2. Coen verteld: “De Mary Emma was een houten schoener gebouwd in Bridgewater Engeland. Na de eerste duik en eerste scan werd het al gauw duidelijk dat het een stomer was. Na filmbeeld bekeken te hebben bleek dat hier een tweecilinder stoommachine op stond. Ernst Jongejan had de gedachte dat het ook de SS Wandle kon zijn. Het team werkend aan de NAS2 zijn toen op zoek gegaan naar gegevens van de SS Wandle. De vorm van de fundatie van de motor deed mij denken aan een machine van T. Richardson and Sons Hartlepool Engeland.

De beelden komen overeen met de gevonden tekening.” Het wrak heeft dus al wat hoofdbrekens gekost en het enige wat er dan nog ontbreekt is bewijs. In 2016 is er ook al eens op het wrak gedoken maar toen lag het wrak veel meer onder het zand.

Integrale wet voor het cultureel erfgoed

Zoals de website van het cultureel erfgoed ons verteld: “Sinds 1 juli 2016 is er één integrale wet die betrekking heeft op onze museale objecten, musea, monumenten en archeologie op het land en onder water. Samen met de nieuwe Omgevingswet maakt de Erfgoedwet een integrale bescherming van ons cultureel erfgoed mogelijk.” Afgelopen voorjaar werd er een plan van aanpak gemaakt welke werd goedgekeurd, wat weer betekend dat men mag beginnen met het onderzoek! Dit houdt in dat de Nothseadivers in samenwerking met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) het wrak gaat identificeren. In het kader van de pilot mocht het team objecten ter identificatie mee naar boven nemen. Alleen artefacten welke kunnen bijdragen aan de identificatie van het wrak mogen geborgen worden als de identiteit nog niet bekend is. Coen heeft tijdens deze opleiding nauw contact met Johan Opdebeeck, Rijksarcheoloog en Maritiem archeoloog, Johan begeleidt het team en is nauw betrokken bij het gehele project.

Duikbriefing

Nadat Joost en ik bijgepraat zijn over het project gaf Coen ons de briefing over het wrak. Tijdens de duik moesten we dan ook goed bekijken waar wat ligt zodat we achteraf dit geheel konden uittekenen. Als elke duiker dit doet en je legt de tekeningen over elkaar heb je een goed beeld van het wrak. Na een korte tocht kwamen we al bij het wrak aan en maakte Coen voor ons een mooie scan zodat wij een beetje beeld hadden hoe het wrak er beneden uitzag. Het anker erin en om 10:30 uur lagen we in het water.

Na 2 meter dalen zagen we het wrak al liggen en het zicht was erg goed voor zo onder de kust. We waren ongeveer in het midden van het wrak geankerd en zwommen eerst naar schroef en volgden onze weg via de schroefas naar de motor. Het viel ons direct op dat er een laagje zand weg was doordat er veel oud hout lag wat er nog nieuw uitzag. Niet begroeid of aangevreten, alsof dit hout er korter lag dan al het andere hout. Ook andere vaste onderdelen zoals pijpen zagen er ‘schoon’ uit wat er op wijst dat er een zandlaag van het wrak af is. Al snel zag Joost iets in een soort kist liggen, een klein randje wat op een bord leek en Joost begon te kijken of hij dit object uit het zand gegraven kreeg. Doordat het zand erg fijn is verdween Joost echter al snel in een stofwolk en begon enthousiast naar mij te seinen dat ik moest komen. Ik keek, maar zag werkelijk waar niets en dus op de tast voelen waar hij mee bezig was. Ik keek zo dichtbij mogelijk en dacht: “O, wat leuk, hij heeft een bord gevonden.” Ondertussen een beetje graven en voelen en dat ‘bord’ kreeg toch wel een rare vorm waardoor ook ik al snel doorhad dat dit geen bord was. Wat het dan wel kon zijn? Ik had geen flauw idee. Joost probeerde ondertussen het zicht wat beter te maken door het zand weg te waaien waar hij natuurlijk niet in slaagde en er behoorlijk lollig uit zag. Ondertussen kreeg ik geen enkele beweging in het object en doordat ik ook niets zag ben ik gestopt met graven. Peter kwam al snel bij ons en zag waar Joost mee bezig was en ging verder helpen. Peter en Joost hadden beiden ook een groot vermoeden wat zij aan het uitgraven waren en waren zeer gemotiveerd om dit uit de klei te trekken. Na 20 minuten graven door 2 man sterk kwam er dan een fantastische mooie bel uit het zand! Joost duwde de bel in mijn handen en ik probeerde te lezen wat er op stond. Ik kon er geen naam uit wijs maken maar wist 1 ding zeker: Coen, het is geen van de 2 die jij in gedachten hebt! Razend enthousiast zwemmen wij richting de ankerlijn en komen wij Jeroen tegen. We proberen te laten zien wat we hebben maar Jeroen lijkt het niet goed te zien aangezien we alleen maar een OKE-teken krijgen.. Een bel geeft die reactie niet en we zorgen dat hij de bel goed ziet en beseft wat het is. Het kwartje valt en ook hij is razend enthousiast, feliciteert Joost en wij vervolgen onze weg naar boven. Boven aangekomen roepen we Coen dat hij moet komen met zijn camera. Coen ziet er zichtbaar zenuwachtig uit en vraagt wat we hebben. “Hebben jullie een motorplaat of een bel gevonden?” Wij beantwoorden deze vraag door de bel op het dek te plaatsen en Coen slaat bijna stijf achterover.

Dit had hij niet verwacht en zeker de naam niet die erop staat: Nordlyset 1877 Kjobenhavn. Stotterend wil hij al iedereen gaan bellen om te vertellen dat het wrak is geïdentificeerd als zijnde de SS Nordlyset. Hij maakt een dansje van vreugde, zo blij is hij! Nadat er uitvoerig foto’s zijn gemaakt wordt de bel veilig op het dek gezet en besluiten wij nog even verder te duiken. We zien nog heel veel andere mooie onderdelen van het wrak en zorgen dat we goed weten wat waar ligt en hoe de contouren van het wrak liggen. Doordat het voorheen een stalen schip was doet de hoeveelheid aanwezige hout vermoeden dat dit o.a. van het dek en de in-opbouw kan zijn. Ook liggen er veel koperen pijpen, afsluiters, 4 grote ankers bij elkaar gestapeld en dit alles onwijs mooi begroeid met het leven wat de Noordzee biedt! Met een totale duikduur van dik 1,5 uur zijn we klaar om het anker te lichten en weer naar boven te gaan. We zijn de laatste duikers en Joost schiet het anker omhoog en langzaam vervolgen we onze weg naar boven. We kijken nog 1 keer achterom en langzaam zien we het wrak onder ons verdwijnen. Wat een onwijs bijzondere duik was dit!

Na de duik

Weer boven moeten we allemaal nog even met de bel op de foto, dit maak je ten slotte zelden mee! Coen belt direct met Ernst en zet hem op speaker om te vertellen wat wij hebben gevonden en dat daarmee het wrak is geïdentificeerd. Uiteraard is iedereen reuze enthousiast, blij en trots, zo ook de Rijksarcheoloog welke direct gebeld is om te vertellen dat wij de haven in varen met een bel van het wrak. Zo enthousiast en blij als dat wij zijn, 1 ding moeten we voorlopig doen: onze mond houden. Eerst veel regelwerk om alles in goede banen te laten leiden zodat het nieuws in 1 keer naar buiten kan. We varen terug naar huis en zijn driftig op zoek naar meer informatie over dit wrak. Hoe is dit wrak ten onder gegaan?

Ondergang van de SS Nordlyset

Op de website van de KNRM staat de ramp als volgt beschreven: Op 18 december 1877 strandde het Deense stoomschip Nordlyset tijdens een zware noordwesterstorm op de noordpunt van de Noorderhaaks. Met veel inspanning lukte het de roeiers langszij te komen. Voor een tweede reddingspoging zou geen tijd meer zijn, dus de gehele bemanning -23 koppen tellend- moest in één keer aan boord worden genomen. Het rapport vermeldt de afloop: “Men had slechts te kiezen tussen verdrinken of zich allen tegelijk in de reddingboot te wagen. En de waarlijk edele bemanning van de reddingboot maakte geen bezwaar allen op te nemen en daardoor, anderen willende redden, eigen leven in hoge mate in de waagschaal te stellen. Bij het roeien naar de benedenwinds gestoomde sleepboot werd de boot meegesleurd door een hoge breker en sloeg om”.  Zeven Denen, reddingbootschipper D. Stein en roeier D. Bethlehem verdronken. Deze tocht was de eerste onder leiding van schipper Stein.

Gezonken Reddingen

Tijdens het vervolgonderzoek hebben we ontdekt dat de rederij Norden nog altijd bestaat. Coen heeft contact opgenomen met deze Deense rederij en zij reageerde direct enthousiast op deze vondst. De rederij kwam direct met technische gegevens over de Nordlyset en voorzag het team van alle benodigde informatie welke nodig is om het rapport en het verhaal af te maken. Daarnaast werd er direct een persbericht uitgegeven dat 1 van hun schepen na 141 jaar is teruggevonden.

Medewerkers van de rederij vertelden dat dit schip voor hun ook veel waarde heeft omdat tijdens de ramp 1 van de medeoprichters van de rederij Norden is overleden: Daniel Wright. De voorbereidingen voor een tentoonstelling in augustus 2019 zijn in volle gang. Deze tentoonstelling wordt in samenwerking met de KNRM gehouden over wrakken in de Noordzee en zal plaatsvinden in Den Helder. Donderdag 8 november hebben wij, 1 maand na de vondst, de bel overhandigd aan het Reddingsmuseum in Den Helder.

In overleg met de rederij blijft de bel nog te zien tijdens de tentoonstelling totdat de bel door het team van de Northseadivers teruggebracht wordt naar zijn rechtmatige eigenaar: Norden, De rederij zal de bel opnemen in de collectie van het bedrijfsmuseum.

Dankwoord Northseadivers

Het vinden van de bel was natuurlijk maar het topje van de ijsberg. Het team van Northseadivers is al dik 5 maanden intensief bezig met duiken op dit wrak. In de periode daarvoor  hebben zij veel uitzoekwerk gedaan. Ook na de vondst van de bel zijn zij zich blijven inzetten, het opsporen van de eigenaar en het opzetten van de tentoonstelling.

Zonder hun inzet en toewijding was dit nooit tot stand gekomen!

Miranda van Joost en een beetje van de Mac.O